Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding

De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten.
 
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa vindt plaats tegen verkrijgingsprijs en passiva tegen nominale waarde tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Door het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; hierbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken. In afwijking op voorgaande jaren is in 2016 de verplichting voor vakantiegeld wel op de balans opgenomen onder de overlopende passiva. Deze eenmalige verplichting komt voort uit wijzigingen in de cao (Individueel Keuze Budget). Indien er sprake is van effecten die een materiële impact hebben (zoals bijvoorbeeld reorganisaties), zal wel in de balans een verplichting moeten worden opgenomen.

Dividendopbrengsten
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Algemene uitkering
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de september circulaire van het boekjaar.

Stelselwijziging

Door veranderingen in het BBV zijn in de beginbalans enkele wijzigingen doorgevoerd die geen invloed hebben op het resultaat. Deze zogenaamde stelselwijzigingen (reclassificaties) hebben betrekking op het faciliterend grondbeleid en de NIEGGS (Niet in exploitatie genomen (bouw)grond). Deze reclassificaties raken de balansposten Materiële Vaste Activa, Voorraden, bestemmingsreserves en de overlopende activa en passiva. Onderstaand zijn de bedragen weergegeven die in de toelichting op de balans nader worden gespecificeerd.

(bedragen x € 1.000)

Stelselwijziging

mutatie

Materiële vaste activa

                 6.918

Voorraden

                -2

Overlopende activa

                 3.426

Bestemmingsreserves

-5.104

Overlopende passiva

                -5.238

Totaal

                         0

Balans

Vaste activa

Materiële vaste activa

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het restsaldo afgeschreven. Over slijtende investeringen wordt in het jaar na ingebruikname lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Indien een actief tegen de vervaardigingsprijs wordt gewaardeerd, omvat deze ook de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Tevens wordt een reëel deel van de rente-, de administratie- en beheerskosten toegerekend.

Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Onder grondbezit met economisch nut vallen nu ook de gronden die nog niet kwalificeren als bouwgrond in exploitatie (BIE). Door wijzigingen in het BBV dienen deze gronden niet meer onder de voorraden te worden gerubriceerd (voorheen “niet in exploitatie genomen gronden”). Deze stelselwijziging komt in de verloopoverzichten tot uiting in de kolom “verschuivingen” die opgenomen is tussen de stand 31-12-2015 en de stand 01-01-2016.

Bij de waardering wordt rekening gehouden met duurzame waardevermindering. Indien hiervan sprake is, vindt afwaardering plaats naar de lagere waarde. Deze afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer van toepassing zijn.

De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de waarde die bij de eerste uitgifte als basis
voor de canonberekening in aanmerking is genomen. De in erfpacht uitgegeven gronden waarvan de
erfpacht voor eeuwig is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
Wanneer investeringen grotendeels worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. De grondslagen voor waardering wijken niet af van de reguliere investeringen met economisch nut.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven conform de in de financiële verordening gestelde afschrijvingstermijnen. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en hierop wordt dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt in 2016 voor het laatste jaar, op dergelijke activa extra afgeschreven. Op overige componenten wijken de waarderingsgrondslagen niet af van de investeringen met economisch nut.

Een beknopt overzicht van de afschrijvingstermijnen voor de verschillende soorten activa is in onderstaande tabel weergegeven. Voor de volledige beleidslijn (waaronder de afschrijvingssystematiek) wordt verwezen naar de bijlage bij de Financiële Verordening 2016.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Soorten activa

Afschrijvingstermijnen in jaren

Gronden en terreinen

n.v.t.

Grond-, weg en waterbouw

Diverse:

  • Riolen 40
  • Kabels in de grond 15

Bedrijfsgebouwen

Divers:

  • Gebouw van steen 40 – 50 (restwaarde 0-30%)
  • Grote verbouwingen 20
  • Kleine verbouwingen 10

Vervoermiddelen

Divers:

  • Vrachtauto 8
  • Personenauto, bestelauto 7

Machines, apparaten en installaties

  • Installatie t.b.v. gas en elektra 20
  • Waterzuivering 40

Overige materiële vaste activa

Diverse

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g, zijn opgenomen tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering plaats.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden
Zoals ook bij materiële vaste activa verwoord, worden met ingang van 2016 de “nog niet in exploitatie genomen bouwgronden” voortaan op grond van BBV vereisten niet meer onder de voorraden gerubriceerd.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken). Tevens wordt een reëel deel van de rente-, de administratie- en beheerskosten toegerekend. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Gereed product wordt gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich voort indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en eventuele loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

Het saldo van de voorraden betreft hoofdzakelijk de complexen van het grondbedrijf. Een aantal complexen heeft een eigen programma, waar de voornaamste mutaties op worden toegelicht. Daarnaast wordt voor een nadere specificatie van de mutaties verwezen naar paragraaf 3.7 Grondbeleid.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt op dynamische wijze bepaald (geschatte inningskansen) en periodiek vindt hierop statische toetsing plaats.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorzienbare verlies. Onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op de meerjarenramingen van het uit te voeren groot onderhoud aan de gemeentelijke kapitaalgoederen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in het jaarverslag is het beleid nader toegelicht.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling om in de toelichting onder punt "15 Borg- en garantstellingen" een overzicht opgenomen van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar.