Aandeel in het totaal
Portefeuillehouder: L. Vissers-Koopman, D. Emmer, J. Olthof
Verantwoordelijk directeur: H. Vlug
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
De openbare ruimte draagt bij aan een veilig en comfortabel woon-, werk- en ondernemersklimaat. De gemeente geeft ruimte aan derden om een bijdrage te leveren aan het beheer van de openbare buitenruimte en tot mogelijkheden om te recreëren in de regio.
Terugblik
Belangrijke thema’s binnen de openbare ruimte zijn het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte, arbeidsparticipatie, burgerparticipatie, het verbeteren van de effectiviteit, klantgerichtheid en het creëren van een klimaat van innovatie. Om de ambities op deze thema’s te realiseren zijn in 2016 de sector Uitvoering en sector Realisatie & Beheer samengevoegd tot de sector Openbare Ruimte. Daarmee is binnen de sector een aangesloten keten ontstaan van beleidsontwikkeling, planrealisatie en het onderhoud van de openbare ruimte waardoor ketensamenwerking wordt verbeterd.
Op het gebied van arbeidsparticipatie wordt de mogelijkheid geboden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om met behoud van uitkering, werkervaring op te doen in de ‘ServicePlusTeams’ en het team ‘Werken in de Wijk’. Voor het dagelijks onderhoud in de wijken zijn vooral mensen uit het sociaal werkbedrijf (Baanstede) en doelgroep register (Wajong) ingezet. In 2016 hebben 155 mensen werkervaring kunnen opdoen en zijn 54 mensen doorgestroomd naar de reguliere arbeidsmarkt.
Voor wat betreft burgerparticipatie is in 2016 doorgegaan met groenadoptie. Verbreding van de participatie heeft onder meer plaatsgevonden door maatschappelijke organisaties te betrekken bij de inzameling van plastics, metalen en drankkarton en door het vrijmaken van drie gebiedsmanagers die zich richten op het ondersteunen van maatschappelijk initiatieven.
In 2016 is het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het ongeval op de J.M. Den Uylbrug afgerond en zijn verbetermaatregelen aan de brug doorgevoerd. Daarnaast is conform het advies van de Onderzoeksraad gestart met het ontwikkelen van een integrale veiligheidsscan voor de bruggen. Daarvoor is een deskundige aangetrokken op het gebied van veiligheid en risicobeheersing en is samenwerking gezocht met onder meer het Nederlands Normalisatie Instituut, Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten. De Alexanderbrug is de eerste brug die conform deze nieuwe methode zal worden onderzocht. De bedoeling is om uiteindelijk alle beweegbare bruggen aan deze veiligheidsscan te onderwerpen.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
De waardering van de burger voor het onderhoud van de openbare ruimte. | 6,0 (2010) | 6,2 | 6,0 | 6,2 | 6,0 | Zaanpeiling |
Percentage bewoners dat tevreden is over de afhandeling van meldingen openbare ruimte | 45% (2010) | 52% | 55% | 55% | 55% | Zaanpeiling |
Het aantal mensen met afstand tot de arbeidsmarkt dat binnen het werkveld openbare ruimte doorstroomt naar regulier werk | 2015 is nulmeting | 39 | 28 | 54 | 28 | Gemeentelijke registratie |
1.1 Beheer en onderhoud openbare ruimte
De gemeente zorgt voor een schone en veilige openbare ruimte, betrekt de burger bij het onderhoud en organiseert een klantgerichte afhandeling van meldingen. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel gedaan om onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte in te lopen. De komende jaren handhaven wij de kwaliteit in de openbare ruimte op het huidige peil en worden de achterstanden niet verder ingelopen.
We kiezen ervoor om het onderhoud van de openbare ruimte op een meer milieuvriendelijke wijze uit te voeren. Dat betekent dat we (vooruitlopend op landelijke wetgeving) met ingang van 2016 stoppen met het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte. Daarnaast bevorderen wij de biodiversiteit bij het beheer en onderhoud van het openbaar groen.
Inwoners willen in toenemende mate invloed op het onderhoud van de openbare ruimte. De gemeente stimuleert deze wens tot meer participatie en biedt ondersteuning bij initiatieven van burgers. Het ingezette beleid om openbaar groen voor adoptie aan te bieden en zo de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners bij hun omgeving te stimuleren, zetten we voort.
De komende jaren bekijken wij of ook andere doelgroepen (zoals bedrijven, winkelcentra en scholen) bereid zijn tot adoptie van onderdelen van de openbare ruimte en hoe zij hieraan een bijdrage kunnen leveren.
Met een goede communicatie over groenadoptie nodigt de gemeente bewoners, bedrijven en instellingen uit om het beheer en onderhoud van de openbare ruimte over te nemen. Als mensen aangeven zich hiervoor te willen inzetten, wordt bekeken en afgestemd hoe de gemeente kan faciliteren. In het kader van groenadoptie bieden wij bedrijven, instellingen en bewoners de mogelijkheid om in overleg met de gemeente, één of meerdere bankjes of een ander object voor de openbare ruimte aan te schaffen, te (laten) plaatsen en te (laten) onderhouden.
Het onderhouden van de openbare ruimte is bij uitstek geschikt om mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen. Door middel van het Service Plus Team (SPT) en het team Werken in de Wijk (WidW) hebben we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt onder begeleiding werkervaring laten opdoen, laten leren en ten slotte laten uitstromen naar reguliere werkgevers. De gemeente wil hierin een voorbeeldfunctie blijven vervullen en we gaan de mogelijkheden daartoe de komende jaren verder optimaliseren.(Zie ook paragraaf 2.1 programma 2)
Ten aanzien van beheer van de openbare ruimte gaan wij samenwerken met overheidspartijen in de regio. Doel van de samenwerking is om van elkaars kwaliteiten gebruik te maken, zodat de gemeentelijke taken professioneel en tegen lagere maatschappelijke kosten kunnen worden uitgevoerd. Met dat doel zoekt de gemeente ook aansluiting bij innovatie in de grond-, weg- en waterbouwsector. Innovatie is toekomstgericht, werkt stimulerend voor bewoners, bedrijven en het imago van de gemeente en het opent deuren bij andere overheden. Nieuwe ontwikkelingen in de grond-, weg- en waterbouwsector kunnen alleen floreren als overheden daarvoor de ruimte bieden aan marktpartijen. De openbare ruimte is hét laboratorium voor nieuwe producten en werkwijzen. De gemeente Zaanstad wil meer ruimte voor procesinnovatie (bijvoorbeeld meer gebruik maken van nieuwe aanbestedings- en samenwerkingsvormen) en productinnovatie (nieuwe materialen en uitvoeringsmethoden) gaan bieden en zoekt daarvoor de samenwerking op met marktpartijen.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Gemiddeld kwaliteitsniveau verwijderen zwerfafval (rapportcijfer 1-10). | Nieuw beleid en nieuwe streefwaarde miv 2014 | 7,5 | 6,0 | 7,4 | 6,0 | Meting bureau CREM |
Aantal maatschappelijke initiatieven om bij te dragen aan de openbare ruimte | Is nieuwe indicator | 53 | 40 | 70 | 40 | Gemeentelijke registratie |
Percentage meldingen dat binnen de afhandelingstermijn wordt afgedaan | 89% | 96% | 94% | 90% | 94% | Gemeentelijke registratie |
Het aantal mensen met afstand tot de arbeidsmarkt dat binnen het werkveld openbare ruimte begeleiding ontvangt om te kunnen doorstromen naar regulier werk. | Is nieuwe indicator | 151 | 80 | 155 | 80 | Gemeentelijke registratie |
- Implementeren van chemievrije onkruidbestrijding in Zaanstad
- Het onderzoeken van de mogelijkheden van verbreding van burgerparticipatie naar andere doelgroepen (zoals bedrijven, winkelcentra, scholen, etc.) en naar andere onderdelen van de openbare ruimte
- Het realiseren van omvormingen die leiden tot structureel lagere onderhoudslasten, zoals vastgelegd in de begroting 2014-2017
- Zorgen voor begaanbare hoofdinfrastructuur bij gladheid van wegen
- Actualisatie van beleids- en beheerplan openbare ruimte, waaronder het bomenbeleidsplan en het actualiseren van onderhoudssituatie van groen en wegen
- Klantgericht afhandelen van meldingen
- Bewoners uitnodigen om het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte in de directe woonomgeving over te nemen door inzet van diverse communicatiemiddelen van de gemeente
In 2016 is de openbare ruimte onderhouden zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Er is een methode die ontwikkeld is door het kennisinstituut voor de openbare ruimte CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) die het mogelijk maakt de beeldkwaliteit objectief te beoordelen. De kwaliteit van de openbare ruimte is gedurende het jaar gemonitord en beoordeeld op basis van deze CROW-methode. In geheel Zaanstad is ten aanzien van het verwijderen van zwerfafval het kwaliteitsniveau B (tussen 6,0-7,9, behaalde cijfer is 7,2) gerealiseerd. Voor de gebieden buiten Inverdan is dit conform het bestuurlijk vastgestelde kwaliteitsniveau. Vanwege de snelle vervuiling in het Inverdan-gebied lukt het niet om het gewenste kwaliteitsniveau (tussen 8,0-9,9, behaalde cijfer is 8,5) te realiseren. In het Inverdan-gebied is de onkruidbestrijding wel op A-niveau (tussen 8,0-9,9, behaalde cijfer is 8,5) gerealiseerd en in de woonwijken is dit kwaliteitsniveau B (tussen 6,0-7,9, behaalde cijfer is 7,0). Voor beide gebieden wordt daarmee voldaan aan de vastgestelde beleidsuitgangspunten.
De winterperiode in 2016 was een zachte winter met temperaturen rond het vriespunt. Juist in dit soort winters moet er vaak worden uitgerukt om het zoutgehalte op de wegen weer aan te vullen, omdat er vaak kans is op optredende gladheid. In 2016 is in totaal 35 keer een volledige bestrijdingsronde uitgevoerd en zijn er 12 gedeeltelijke rondes uitgevoerd. Daarnaast zijn er 15 volledige handmatige rondes gedaan.
In 2016 is ingezet op het verbreden van de burgerparticipatie. Zo is er een beloningssysteem ingesteld en worden maatschappelijke organisaties beloond voor hun inzet op het gebied van het inzamelen van plastics, metalen en drankkartonnen. Daarnaast zijn in de gemeentelijke organisatie drie formatieplaatsen vrijgemaakt voor medewerkers die zich richten op het verbreden en ondersteunen van de participatie bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Naast adoptie van groen is het mogelijk om speelvoorzieningen of straatmeubilair te adopteren en worden bewoners uitgenodigd deel te nemen aan de zwerfafvalestafette die maandelijks in een andere wijk wordt georganiseerd.
Met de Kadernota 2017-2020 is besloten om in de toekomst op alle vrij liggende fietspaden de gladheid te bestrijden met pekelwater. Omdat een dergelijke beleidswijziging niet gedurende het winterseizoen kan worden uitgevoerd is besloten om bij de start van het winterseizoen 2016/2017 met dit nieuwe beleid te starten. Dat houdt in dat op nagenoeg alle vrij liggende fietspaden in Zaanstad bij een matige vorst (tot -6 ◦C) de gladheidsbestrijding met pekelwater wordt uitgevoerd. Wanneer het harder vriest dan -6 ◦C is de gladheidsbestrijding met pekelwater minder effectief en wordt er met nat zout gestrooid.
In 2016 kwamen 15.957 meldingen bij de gemeente binnen die betrekking hebben op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, dit is exclusief de meldingen met betrekking tot riolering en straattoezicht. Van de meldingen is 90% binnen de oorspronkelijk afgesproken termijn afgehandeld. Voor 1.523 meldingen (10%) werd de termijn voor afhandeling verlengd, omdat voor een correcte afhandeling meer tijd nodig was.
In 2016 is het gehele proces doorgelicht om het melden van gebreken in de openbare ruimte eenvoudiger te maken en daarmee gebruiksvriendelijker. Het opnieuw inregelen van het proces van afhandeling in combinatie met het optimaliseren van de uitvoerende organisatie is de belangrijkste reden dat de afhandelingsscore iets lager is dan begroot. In de Zaanpeiling wordt de tevredenheid bij de afhandeling van meldingen licht beter gewaardeerd.
In 2016 is een aanvang gemaakt om het bestaande beleidskader voor de openbare ruimte te actualiseren. Zo is in 2016 de actualisatie van de speelplaatsennota, de nota openbare verlichting en het bomenbeleidsplan opgepakt. Met een raadsinformatiebrief is de raad geïnformeerd over de planning wanneer deze nota’s ter besluitvorming worden voorgelegd. Ook zijn de onderhoudsachterstanden opnieuw in beeld gebracht. Voor de wegen, groen, straatmeubilair, openbare verlichting en beschoeiingen is een visuele schouw uitgevoerd conform de handleiding artikel 12 Financiële verhoudingswet 2015. De financiële effecten ervan worden inzichtelijk gemaakt in de nog op te stellen nota kapitaalgoederen.
1.2 Vervanging in de openbare ruimte
Ten aanzien van de vervanging van de openbare ruimte worden de komende jaren geen onderhoudsachterstanden meer ingelopen. Om de kosten voor vervanging te beperken, is in de begroting 2014-2017 besloten om een deel van de vervangingen op een sobere wijze uit te voeren. Dit houdt in dat we de openbare ruimte vervangen zonder ingrijpende aanpassingen. In het meerjareninvesteringsplan worden de projecten gespecificeerd die in aanmerking komen voor herinrichting of een sobere vervanging. Bij herinrichting wordt de openbare ruimte in overleg met belanghebbenden aangepast aan de eisen van het hedendaagse gebruik. In wijken waar groot onderhoud en/of herinrichting nog niet aan de orde is, zorgen we er tenminste tijdelijk voor dat straten en stoepen rond winkels en maatschappelijke voorzieningen veilig begaanbaar en bereikbaar zijn voor ouderen en minder-validen.
Ten aanzien van het investeringsplan voor de openbare ruimte streeft de gemeente de komende jaren naar meer synergie met de andere beleidsvelden. De aantrekkende economie in de regio leidt tot een toename van bouwinitiatieven en een toename van investeringen door het bedrijfsleven. Wij koppelen de gemeentelijke middelen zo veel mogelijk aan deze ontwikkelingen om ze te ondersteunen.
De gemeente wil op deze manier gelijktijdig met het inlopen van de onderhoudsachterstanden optimaal profiteren van de aantrekkende economie en middels de investeringen in de openbare ruimte hier een bijdrage aan leveren.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Areaal verhardingen die worden vervangen | Nieuw beleid en nieuwe streefwaarde miv 2014 | 236.554 m2 | 267.000 m2 | 227.971 | 267.000 m2 | Gemeentelijke registratie |
Percentage realisatie investeringen openbare ruimte. | 100% | 82% | 100% | 91% | 100% | Gemeentelijke registratie |
- Realiseren van het meerjareninvesteringsplan voor de openbare ruimte.
- Het verwerven van subsidies.
- Actualiseren meerjareninvesteringsplan openbare ruimte voor komende jaren.
In 2016 is in totaal 227.971 m² aan wegen vervangen. Met de begroting was voorgenomen om 267.000 m² te gaan vervangen. De reden waarom dit afwijkt is omdat er vertraging bij de vervanging van wegen is ontstaan omdat de riolering niet tijdig vervangen kon worden. Dit heeft onder meer te maken met de afstemming met het dijkverzwaringsprogramma en dat bij een aantal projecten ervoor gekozen is om gedurende de voorbereiding in het kader van klimaatverandering ook rekening te houden met extreme regenval in de toekomst. Bovengenoemde vertragende factoren hebben ertoe geleid dat het niet mogelijk was om de geplande hoeveelheid wegen te vervangen. Wel is te constateren dat een aantal projecten financieel voordeliger is uitgevallen dan aanvankelijk geraamd. Daarnaast zijn er in 2016 meer speelplaatsen vervangen en is er meer besteed aan het baggeren van watergangen. Het doorschuiven van baggerproject Vijfhoekpark heeft in 2016 ertoe geleid dat er meer is uitgegeven dan aanvankelijk begroot.
In 2016 zijn 13 projecten waarvoor in het verleden subsidie aangevraagd is, verantwoord en afgerekend met de subsidieverlener. Ook zijn in 2016 nieuwe subsidieaanvragen gedaan. Een bedrag van € 410.000 heeft betrekkeing op projecten binnen het programma Beheer Buitenruimte. De subsidies zijn verstrekt om maatregelen te treffen om de verkeersveiligheid te verhogen en het fietsnetwerk te versterken.
Eind 2016 is het Meerjareninvesteringplan (MIP) voor de openbare ruimte geactualiseerd. Het MIP 2017-2020 geeft inzicht in de locaties waar de komende jaren de openbare ruimte zal worden vervangen. Omdat niet alle beschikbare vervangingsmiddelen in 2016 zijn besteed is ervoor gekozen om de overplanning van het investeringsplan voor 2017 te vergroten.
2.1 Onderhoud riolering
Het gemeentelijk rioolbeheer richt zich op een doelmatig beheer en onderhoud van de riolering conform een actueel beleidskader.
Op basis van het Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt om de maatschappelijke kosten van de gehele waterketen te beperken. Om dit te bereiken, heeft de gemeente ingezet op het intensiveren van de samenwerking met regiogemeenten, het drinkwaterbedrijf en het hoogheemraadschap. Het intensiveren van de samenwerking vindt plaats op basis van bestuursconvenanten met betrokken partijen in de regio.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Areaal geïnspecteerd riool | Is nieuwe indicator | 15.900m | 21.500m | 19.500m | 21.000m = gemiddeld per jaar | Gemeentelijke registratie |
Percentage meldingen dat binnen de afhandelingstermijn wordt afgedaan | 88% (2010) | 94% | 94% | 95% | 94% | Gemeentelijke registratie |
- Klantgerichte afhandeling van meldingen
- Inspectie riolering conform inspectieplan
- Opstellen voortgangsrapportage rioolbeheer
- Uitvoeren maatregelen samenwerkingsconvenanten regiogemeenten Zaanstreek-Waterland, drinkwaterbedrijf en hoogheemraadschap
- Onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op rioolbeheer
In 2016 heeft een vervolgonderzoek plaatsgevonden door de Rekenkamer Zaanstad. Dit vervolgonderzoek richt zich de wijze waarop invulling is gegeven aan de aanbevelingen dit in het rapport Riolering in Zaanstad uit 2010 zijn gedaan. De conclusie van de Rekenkamer is dat aan de meeste aanbevelingen invulling wordt gegeven of reeds is gegeven. In 2016 is een voortgangsrapportage rioolbeheer 2014 en 2015 opgesteld en ter informatie aan de raad aangeboden. In 2015 is gewerkt aan het actualiseren van de operationele rioleringsplannen en deze zullen in 2017 worden afgerond.
Voor de riolering kwamen in 2016 totaal 1.227 meldingen binnen. Van de meldingen is 95% binnen termijn afgehandeld. Voor 64 meldingen (5,2%) werd de termijn voor afhandeling verlengd, omdat voor een correcte afhandeling meer tijd nodig was.
In het kader van het Bestuursakkoord Water wordt op een aantal onderdelen regionaal samengewerkt bij het onderhoud van de riolering. Zo is in 2016 gezamenlijk opdracht gegeven om riolering in de regio te gaan inspecteren. Deze afstemming heeft meer tijd gevergd waardoor de aanbesteding later heeft plaatsgevonden en hierdoor kon een deel van de opdracht niet meer in 2016 worden gerealiseerd. In 2016 is in totaal is 19.500 m riolering geïnspecteerd. Het resterende deel van de inspectieopdracht zal begin 2017 worden uitgevoerd. Daarnaast wordt ook samengewerkt op het gebied van meetprogramma voor de riolering en het gezamenlijk opstellen van beleid.
Eind 2020 dienen gemeenten een plan van aanpak klaar te hebben waarin maatregelen zijn opgenomen voor de periode 2020-2050 om te kunnen anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering. In 2016 zijn hiertoe de eerste stappen gezet. Dit is gedaan door het in kaart brengen van de gevolgen van extreme neerslag, inzichtelijk is hoe de waterstromen lopen en in welke mate de lagere gebieden overlast zullen ervaren. In te spelen bij lopende projecten op mogelijke extreme neerslag in de toekomst, zoals bij de vervangingsprojecten Russische Buurt, Rosmolenwijk en Kleurenbuurt. Het geven van een themabijeenkomst samen met het hoogheemraadschap over de gevolgen van klimaatverandering. Deelname van Zaanstad aan “operatie Steenbreek”, een landelijk initiatief om de bewustwording over klimaatverandering te vergroten. In 2016 is in het kader van deelname aan Operatie Steenbreek een tuinenwedstrijd georganiseerd. Met als doel de bewustwording over klimaatverandering te vergroten.
2.2 Vervanging riolering
Voor een goed functionerend rioolstelsel is het nodig dat vervanging tijdig wordt uitgevoerd. Onderhoudsachterstanden lopen we de komende jaren in. Bij het inplannen van rioolvervanging is een goede afstemming met vervangingsprojecten in de openbare ruimte noodzakelijk om te komen tot een doelmatige besteding van financiële middelen. Om dit te bereiken, actualiseren wij het investeringsplan jaarlijks.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Areaal riolering dat wordt vervangen. | 25.280 m (2011) | 16.093m | 20.000 m | 17.460m | 20.000 m | Gemeentelijke registratie |
Percentage realisatie investeringen riolen. | n.v.t. | 86% | 100% | 86% | 100% | Gemeentelijke registratie |
- Realiseren rioolinvesteringen uit het meerjareninvesteringsplan openbare ruimte
- Actualiseren rioolinvesteringen voor komende jaren in meerjareninvesteringsplan openbare ruimte
In 2016 is € 16,3 mln beschikbaar voor de vervanging van riolering. Door gebruik te maken van een eenvoudigere maatregel kon het riool gemaakt worden. Hierdoor werd in de Burap geconstateerd dat een deel van de vervangingsinvesteringen niet gebruikt hoefde te worden. Daarnaast is er bij opgestarte projecten gekeken of het mogelijk was om in te spelen op extreme neerslag. Hiervoor waren aanvullende onderzoeken nodig en was de voorbereidingstijd bij de projecten langer. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging bij de Russische Buurt en de Rosmolenwijk. Bij een aantal projecten bleek dat het nodig is om tot een dijkverzwaring te komen. Het hoogheemraadschap heeft ons verzocht om deze projecten uit te stellen, zodat de riolering en dijkverzwaring gelijktijdig uitgevoerd kunnen worden. Als gevolg hiervan is geprognosticeerd dat in 2016 15km aan riolering vervangen zou gaan worden en dat hiervoor € 13,3 mln. nodig zou zijn. Eind 2016 blijkt in totaal 17,4km aan riolering te zijn vervangen en de kosten om deze prestatie te realiseren zijn lager dan begroot.
Eind 2016 is het Meerjareninvesteringplan (MIP) voor de openbare ruimte geactualiseerd. Het MIP 2017-2020 geeft inzicht in de locaties waar de komende jaren de riolering zal worden vervangen.
3.1 Begraven en begraafplaatsen
Zorgdragen voor nette begraafplaatsen en het faciliteren van begrafenissen.
- Het onderhouden van de begraafplaats
- Faciliteren van begrafenissen
Het aantal begravingen varieert over de jaren. De afgelopen jaren is de trend dat het aantal begravingen ongeveer gelijk blijft. In 2016 waren er 303 begravingen in Zaanstad ten opzichte van 320 in 2015 en 273 in 2014.
In 2015 is het besluit genomen om de openbare ruimte met ingang van 2016 chemievrij te onderhouden. Dit beleid is ook op de begraafplaatsen gehanteerd. De structureel hogere onderhoudslasten zijn begin 2016 geraamd op € 75.000. De dekking voor deze uitgaven is gevonden door een onttrekking uit de egalisatievoorziening Begraafplaatsen. Op basis van een evaluatie van de chemievrije onkruidbestrijding zal inzichtelijk worden gemaakt welke structurele lasten hiermee gemoeid zijn.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Het aantal verbeterde funderingen van particuliere woningen | n.v.t. | 117 | 100 | 110 | 150 | Gemeentelijke registratie |
4.1 Funderingsrisico's en herstel
Voor de kwaliteit van de woningvoorraad en de leefomgeving in buurten en wijken is tijdig funderingsherstel van woningen van belang. De aanpak van de gemeente richt zich op:
- Het onderkennen van risicogebieden en het verzorgen van goede communicatie richting de woningeigenaren over de funderingsrisico's (zie ook paragraaf 2.1 van dit programma).
- Het vroegtijdig beoordelen van woningen in gebieden waar de gemeente van plan is om projecten in de openbare ruimte te gaan uitvoeren. Hierdoor wordt inzicht in de kwaliteit van het woningbestand verkregen, zodat bewoners via een gerichte aanpak worden geactiveerd om de funderingen te verbeteren. Door deze proactieve aanpak worden uitvoeringsrisico's en kosten beperkt op het moment dat de gemeente projecten gaat uitvoeren (zie ook programma 7, paragraaf 3.1).
- Het samenwerken met rijksoverheid, banken, verzekeringspartijen en woningbouwcorporaties om het funderingsherstel zo goed mogelijk te faciliteren (zie ook paragraaf 2.1 van programma 4). Eigenaren van panden worden met funderingsherstel voor een grote financiële opgave gesteld en het is in het belang van alle partijen dat eigenaren de stap tot funderingsherstel kunnen maken.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Percentage projecten openbare ruimte dat zonder hoge meerkosten (binnen norm) is gerealiseerd. | Is nieuwe indicator | 100% | 90% | 100% | 90% | Gemeentelijke registratie |
- Opleggen last onder bestuursdwang (zie ook programma7: Openbare Orde en Handhaving)
- Lobby om funderingsherstel bij hogere overheid onder de aandacht te krijgen en (waar mogelijk en redelijk) blokkerende wet- en regelgeving te laten aanpassen (zie ook programma’s 4 en 8)
- Uitbreiden en monitoren meetboutenbestand
- Zoeken en uitwerken nieuwe (Zaanse) financiële arrangementen om funderingsherstel door eigenaar mogelijk te maken die niet op de reguliere markt terecht kunnen (nieuwe maatwerklening / erfpachtmodel / BKZ-model)
- Inzetten van maatwerklening als laatste redmiddel voor woningeigenaren die op de commerciële markt niet in aanmerking komen voor een lening om funderingsherstel te plegen.Voorwaarde voor verstrekking zijn urgentie en voldoende overwaarde op de woning
- Tijdig beoordelen van funderingsrisico's bij projecten in de openbare ruimte, zodat goede inplanning vervangingsinvesteringen openbare ruimte mogelijk is
- Maken en uitdragen bredere communicatie aangaande de Zaanse funderingsproblematiek en de eigenaren wijzen op de eigen verantwoordelijkheid voor hun pand; nadruk op de communicatie rondom de concept-MIP-gebieden
- Eigenaren stimuleren en ondersteunen in het proces rond en de aanloop naar funderingsherstel
Oude panden die nog op een originele fundering staan, worden voorzien van meetbouten om zo het zakkingsgedrag van deze panden in beeld te kunnen brengen.
Als blijkt dat er sprake is van een pand met een risicovolle fundering wordt er vier jaar voorafgaand aan de werkzaamheden in de openbare ruimte de communicatie opgestart richting de pandeigenaar. Alle pandeigenaren met oude funderingen worden minimaal tweemaal per brief geïnformeerd over de funderingsproblematiek van hun pand en de risico’s die daaraan verbonden zijn. In de brieven worden pandeigenaren uitgenodigd om contact op te nemen met het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel (GAF) voor adviezen en worden ze gewezen op de mogelijkheid voor subsidie voor funderingsonderzoek. Eigenaren van panden worden vervolgens gestimuleerd en ondersteund in het proces rond en de aanloop naar funderingsherstel. Daarbij wordt er gestreefd dat er geen last onder bestuursdwang moet worden opgelegd (relatie met programma 8: Openbare Orde en Handhaving).
In 2016 is ingezet op het zoeken en uitwerken van nieuwe (Zaanse) financiële arrangementen. Om hiermee het funderingsherstel voor eigenaren die niet op de reguliere financiële markt terecht kunnen voor een lening mogelijk te maken. Een eerder uitgewerkt model is in 2016 met het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de fiscus besproken, maar bleek toch niet haalbaar. Naar aanleiding daarvan werkte gemeente en het Ministerie BZK in 2016 aan een nieuw financieringsmodel, welke in 2017 voltooid zal worden. Daarnaast is er de Maatwerklening waarvan er in 2016 drie zijn verstrekt en is er in 2016 parallel een erfpacht- en inkoop-model vormgegeven waarvan het de verwachting is dat dit wel uitgevoerd kan gaan worden.
5.1 Markten
In 2013 heeft de VNG de Model Marktverordening geïntroduceerd. Een van de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de Model Marktverordening 2008 is het vervallen van het Marktreglement 2008. Hiertegenover staat de introductie van het inrichtingsplan, waarmee de wijze van functioneren per markt voor het grootste gedeelte wordt bepaald.
De gemeente gaat de markten professionaliseren en efficiënter organiseren. Zo worden de marktkramen aanbesteed en wordt de marktregistratie gedigitaliseerd.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Gemiddelde bezettingsgraad van de markten | n.v.t. | 80% | 80% | 78% | 80% | Gemeentelijke registratie |
- Digitalisering marktproces afronden
In 2016 zijn er in overleg met de marktmeester, het marktbestuur en de ontwikkelaar van het digitale marktregistratiesysteem aanpassingen gerealiseerd. Dit heeft tot een succesvolle digitalisering van de markt geleid. De overlegfrequentie met het marktbestuur is daarbij geïntensiveerd, waardoor partijen elkaar beter kunnen vinden en eerder afstemmen. In 2017 wordt er met de gemeenteraad en de markt gewerkt aan de verhoging van de bekendheid, aantrekkelijkheid en de bezetting van de markt. Hierbij wordt ook gekeken of innovatie mogelijk is.
5.2 Kermissen
Op grond van de verordening organiseert de gemeente drie kermissen per jaar in Zaanstad.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Het aantal kermissen in Zaanstad dat wordt georganiseerd | n.v.t. | 3 | 3 | 3 | 3 | Gemeentelijke registratie |
- Het aanwijzen van een definitief terrein voor de kermiswagens
De gemeente heeft drie kermissen georganiseerd in Zaanstad. Tijdens deze kermissen is er een pilot “prikkelarme kermis” gedraaid, waarbij het geluid verminderd werd en licht gedempt. De pilot was een succes en daarom organiseert de gemeente in 2017 tijdens de kermis van Zaandam en de kermis van Wormerveer op een zaterdag een prikkelarm uur.
Voor de kermis wordt het bedrijventerrein HoogTij als evenemententerrein gebruikt. Dit is zowel de gemeente als de kermisexploitanten goed bevallen. De komende jaren zal het worden gecontinueerd zolang die mogelijk is, gelet op de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Tevredenheid bezoekers recreatiegebieden | n.v.t. | 7,0 | 7,0 | nog niet bekend | 7,0 | Recreatiemonitor RAUM en Twiske |
Bezoekersaantallen Alkmaardermeer en Uitgeestermeer en Twiske | 1,45 miljoen | 1,63 miljoen | 1,75 miljoen | nog niet bekend | 1,75 miljoen | Recreatiemonitor RAUM en Twiske |
Bezoekersaantallen accommodaties NME | 154.000 | 155.600 | 155.000 | 157.500 | 155.000 | Opgave stichting NME |
6.1 Recreatieve mogelijkheden
De gemeente draagt (mede) zorg voor het beheer en de exploitatie van de recreatiegebieden Alkmaardermeer, Uitgeestermeer (RAUM) en Twiske.
De recreatieschappen hebben in het verleden een grote onderhoudsachterstand opgebouwd en met een financiële bijdrage van de provincie is een bestemmingsreserve beschikbaar voor het inhalen van het achterstallig onderhoud. Aan de hand van een meerjarenplanning worden de onderhoudsachterstanden ingelopen. De recreatieschappen streven daarbij naar evenwicht in de inkomsten en uitgaven. Daarbij kijkt de gemeentekritisch naar de meerwaarde van de huidige voorzieningen en bij vervanging naar de duurzaamheid van investeringen.
Op termijn is het onderhoud van alle bestaande voorzieningen niet meer haalbaar. Daarom werken de recreatieschappen aan een plan om onderdelen door derden te laten exploiteren, met een opbrengst uit huur of pacht voor het recreatieschap. Met het uitbesteden van voorzieningen ontstaat een goede afstemming van de vraag en het aanbod, waarbij het recreatieschap als initiator optreedt en zorgt voor de basisvoorzieningen. Er zijn al succesvolle stappen gezet, waaronder de uitgifte van zorgboerderij 'de Marsen' in het Twiske. In de toekomst volgt ook de verzelfstandiging van erfgoedpark 'de Hoop' bij het Alkmaardermeer. Met dit beleid ontstaat verdienvermogen bij de recreatieschappen. Om deze ontwikkeling te bespoedigen, stellen beide recreatieschappen een nieuwe visie op waar zij de recreant en de markt bij betrekken.
De inhoudelijke ontwikkelingen in de recreatie en het landschap vormen aanleiding om de toekomst van de recreatieschappen tegen het licht te houden. Gedeputeerde Staten van Noord Holland zijn een traject gestart om alternatieve bestuursvormen te laten onderzoeken. In het proces van bestuurlijke vernieuwing van de schappen speelt mee dat de recreatiegebieden zich moeten oriënteren op een groeiende bevolking in de Metropoolregio Amsterdam, dat de inrichtingskwaliteit en het aanbod van voorzieningen zich op de veranderende recreatieve vraag moet richten en dat de schappen structureel financieel gezond blijven. Cruciaal daarin is dat de provincie blijft participeren en meefinancieren in de recreatieschappen.
- Het afronden van de inhaalslag achterstallig onderhoud
- Afronden besluitvorming visie voor duurzaam beheer van de recreatiegebieden Alkmaardermeer en Uitgeestermeer en Twiske, waarin de exploitatie voor de komende periode is opgenomen
- Het begeleiden van de verzelfstandiging van erfgoedpark ‘de Hoop’
De recreatieschappen Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) en Twiske-Waterland streven in hun begroting naar evenwicht tussen inkomsten en uitgaven, waarbij de participantenbijdrage van de deelnemers in beginsel onveranderd blijft (behoudens correctie op basis van de jaarlijkse index van uit het Centraal Bureau voor de Statistiek).
Er is geen sprake van achterstallig onderhoud bij de recreatieschappen. De staat van onderhoud is over het algemeen goed. Bij het RAUM ontbreken momenteel wel voldoende middelen om op termijn het groot onderhoud aan de vele oevers, kaden, steigers en verhardingen uit te voeren. In een tijdsbestek van de komende 10 tot 15 jaar moet er voor een bedrag van € 4,9 mln. geïnvesteerd worden. Aangezien deze middelen op dit moment niet in voldoende mate aanwezig zijn, bestaat de reële kans, dat in de nabije toekomst achterstallig onderhoud bij het RAUM gaat ontstaan.
Om te komen tot een gezonde exploitatie van het RAUM worden enerzijds maatregelen genomen om kosten te besparen, anderzijds wordt geprobeerd het inverdienvermogen te vergroten. Er is een taskforce ingesteld die nagaat waar bezuinigingen te behalen zijn. Inmiddels heeft dit geleid tot de eerste structurele bezuinigingsmaatregelen ter grootte van € 64.000,-. De belangrijkste bezuinigingsmaatregelen betreffen het overhevelen van het vaartoezicht op het Alkmaarder- en Uitgeestermeer naar de gemeenten Castricum en Uitgeest en de overdracht van groenstroken en wateroppervlakte in de gemeenten Castricum en Uitgeest, die niet in eigendom zijn van het RAUM.
Voor het inverdienvermogen in de nabije toekomst van het RAUM worden opnieuw de mogelijkheden onderzocht van herontwikkeling van het Erfgoedpark de Hoop. In 2016 is door het RAUM het proces bepaald hoe partijen tot een nieuw ontwikkelplan komen, dat bestuurlijke en maatschappelijke draagkracht heeft en in de toekomst ook exploitabel is.
6.2 Natuur- en milieueducatie
Sinds 1993 beheert de stichting Natuur- en milieueducatie (NME), in 2015 voortgezet als het Zaans Natuur en Milieu Centrum (ZNMC), de kinderboerderij Darwinpark, het natuurmuseum, de heemtuin, de schoolwerktuinen en het biologisch lescentrum. Daaraan gekoppeld biedt het ZNMC een breed aanbod aan educatieve activiteiten, waaronder lespakketten voor basisschoolleerlingen en begeleiding van leerlingen in de schooltuinen. Daarmee leren kinderen over de natuur en worden zij zich meer bewust van de waarde van natuur en milieu. Het ZNMC en KMZ (Kontakt Milieubeheer Zaanstreek) geven adviezen op het gebied van natuur en milieu en dragen zo bij aan een leefbaar, groen en gezond Zaanstad. Met de adviezen en initiatieven ontstaan bijvoorbeeld natuurspeelplaatsen, alternatieve en duurzame beheervormen en betrokkenheid van bewoners bij de openbare ruimte.
Het ZNMC heeft voor de periode 2014- 2018 een strategisch beleidsplan opgesteld met nieuwe ambities op het gebied van organisatie, samenwerking en inhoudelijke activiteiten. Kern van het beleidsplan is dat het ZNMC zich gaat verbreden met activiteiten, doelgroepen en haar netwerk. De samenwerking met nieuwe partners wordt verstevigd. De producten worden duidelijker afgestemd op het thema duurzaamheid en de organisatie gaat op zoek naar nieuwe financieringsbronnen om in de periode 2014 - 2018 financieel gezond te blijven. De gemeente levert ondersteuning bij de financiële uitwerking van het strategisch beleidsplan.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantallen lespakketten die zijn verstrekt | n.v.t. | 29.100 | 25.500 | 32.000 | 25.500 | Opgave stichting NME |
- Beheer en onderhoud kinderboerderij Darwinpark, natuurmuseum, biologisch lescentrum, schooltuinen en heemtuin
- Toezien op de uitvoering van het strategisch beleidsplan 2014-2018
De geplande activiteiten zijn door Zaans Natuur en Milieu Centrum (ZNMC) in 2016 uitgevoerd en de geplande bezoekersaantallen en lespakketten zijn behaald.
ZNMC heeft voor de periode 2014-2018 een strategisch beleidsplan opgesteld en beoogt daarmee een transitie naar een ‘Natuur Milieu Educatie nieuwe stijl’. Deze nieuwe stijl zit op het gebied van organisatie, samenwerking en inhoudelijke activiteiten. De gemeente heeft samen met ZNMC de voortgang van de transitie geëvalueerd en daarmee de samenhangende effecten en de efficiëntie van de resultaten uit de subsidieovereenkomst. Er zijn ontwikkelscenario’s opgesteld waarin de ambities op het gebied van organisatie, inhoudelijke activiteiten en samenwerking verder zijn uitgewerkt. In 2016 is in overleg met het ZNMC gewerkt aan een bedrijfsmatige vertaling van de ambities in een bedrijfsplan en is een eerste stap gezet.
Totaal programma | Begroting | Realisatie | Verschil |
Lasten | 60.566 | 61.577 | 1.011 |
Baten | -22.994 | -23.960 | -966 |
Toevoegingen | 100 | 100 | |
Onttrekkingen | -6.736 | -5.916 | 820 |
Saldo | 30.936 | 31.801 | 865 |
Toelichting op afwijkingen per programma
Het nadeel van 865 op het programma beheer buitenruimte wordt grotendeels veroorzaakt op het product beheer en onderhoud openbare ruimte (675). Onder andere als gevolg van een naheffing energiebelasting en energieverbruik over de periode 2012-2016. Ook zijn er hogere kosten gemaakt in verband met seizoensinvloeden om de openbare ruimte op het gewenste netheidsniveau te onderhouden en heeft er extra inzet op het klein onderhoud van wegen plaatsgevonden.