Aandeel in het totaal
Portefeuillehouder: D. Straat
Verantwoordelijk directeur: S. Tax
Programmadoelstelling en de rol van de gemeente
Zaanstad is een economisch dynamische stad. We willen dat alle Zaankanters werken en participeren naar vermogen en zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat kan alleen in een gezond economisch klimaat. Ondernemers en onderwijsinstellingen zijn daarin onmisbaar. Werken en leren zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zaanstad investeert daarom met partners in regionaal verband in ruimte voor werk en ondernemen, en in een goede verbinding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zijn veel verschillende organisaties aan zet om de werkgelegenheid in Zaanstad te laten groeien, zoals ondernemers, werknemers, onderwijs- en kennisinstellingen, en overheidsorganisaties in de regio. De gemeente zorgt vooral voor het verbinden van deze partners, het faciliteren van goede initiatieven en gericht investeren. Iedere inwoner is zelf verantwoordelijk voor het vinden van werk. Lukt dat niet, dan stimuleert Zaanstad hem of haar zo snel mogelijk terug te keren in het reguliere werk. Mensen die langdurig niet kunnen deelnemen aan werk wordt gevraagd een bijdrage aan de stad te leveren. Zo nodig is er een vangnet. Zaanstad regisseert en faciliteert waar het gaat om de relatie tussen economie en onderwijs om zo gewenste ontwikkelingen te stimuleren en aan te jagen. Als uitvoerder is de gemeente verantwoordelijk voor het verstrekken van uitkeringen en handhaving. Bij de bemiddeling van werklozen door een uitzendbureau is de gemeente opdrachtgever. In het najaar van 2015 behandelt de raad de Strategische Agenda Werkgelegenheid, die zeven ambities bundelt. Deze onderwerpen komen in de hierna volgende paragrafen aan de orde. 1. Versterken van de economische structuur door passende vestigingsruimte aan te bieden 2. Behoud van bestaande bedrijven en aantrekken van nieuwe bedrijven 3. Het midden- en kleinbedrijf tot motor van de lokale economie maken 4. Stimuleren van sociale innovatie door ondernemers 5. Bevorderen van de aansluiting tussen onderwijs en lokale arbeidsmarkt 6. Bemiddeling verzorgen naar werk voor werknemers die extra begeleiding nodig hebben 7. Verbeteren van ons beleid door meer kennis en inzicht
Terugblik
Het afgelopen jaar is de landelijke economie verder gegroeid, wat nieuwe mogelijkheden schept voor economische groei en kansen biedt voor bedrijven en inwoners. Aan de hand van de Economische Structuurvisie en de Strategische Agenda Werkgelegenheid investeert Zaanstad in kansen voor ondernemers en (toekomstige) werknemers.
In 2016 hebben zich meer bedrijven gevestigd in Zaanstad, wat onder meer te zien is aan de stijgende vraag naar kantoorruimte en de teruglopende leegstand. Met de transformatie van bedrijventerreinen is een start gemaakt, waardoor een betere verhouding ontstaat tussen vraag en aanbod. Daarnaast zijn we in gesprek met bedrijven over thema’s als duurzaamheid, de toeleiding naar werk en andere voorwaarden die de aantrekkelijkheid van de regio verhogen. De eerste resultaten hiervan zijn veelbelovend en vragen om een structurele aanpak binnen het vestigingsklimaat.
Het toerisme in de regio blijft verder groeien. De gemeente Zaanstad speelt in op de kansen die dit biedt en dit is terug te zien in de toename van de binnenlandse en buitenlandse bezoekers die Zaanstad steeds vaker weten te vinden.
Ondanks de positieve economische ontwikkeling, zien we ook dat niet iedereen van deze groei profiteert. Dit is zichtbaar in zowel de vraag naar als het aanbod van arbeid. Er zijn in toenemende mate vacatures in de techniek die moeilijk invulbaar zijn. Aan de andere kant is het aantal huishoudens in Zaanstad dat een uitkering nodig heeft om in levensonderhoud te voorzien weer toegenomen. De groei hiervan is minder groot dan de voorgaande jaren.
Binnen de Zaanse arbeidsmarkt lijkt een mismatch te ontstaan tussen vraag en aanbod. De sectoren waarin arbeidsplaatsen verdwijnen worden weliswaar gecompenseerd door sectoren waar (meer) arbeidsplaatsen worden gecreëerd, maar de gevraagde vaardigheden en kennis verschillen. Hierdoor kunnen ontslagen medewerkers niet zomaar in nieuwe groeisectoren instromen.
Binnen het Programma Participatie is gewerkt aan het verkleinen van deze mismatch. Onder meer door te investeren in het ontwikkelen van de vaardigheden van de mensen die aan de kant staan, waardoor ze zelf beter in staat zijn om mogelijkheden op de arbeidsmarkt te benutten. Tijdelijk werk en werkervaringsplaatsen zijn hierbij cruciaal. Aan de andere kant hebben we gewerkt aan een werkgeversbenadering die aansluit bij de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de vraag naar arbeid van werkgevers.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Werkgelegenheid | 51.343 | 50.573 | 51.293 | 51.433 | 56.343 | Vestigingregister |
Leegstand winkelvloeroppervlakte | 10,2% | 10,5% | 9% | 9,2% | <6% | Locatus |
Leegstand bruto vloeroppervlakte kantoren | 15,5% | 14,9% | 15,6% | 13,7% | <10% | Kantorenmonitor |
Aantal toeristische bezoekers aan Zaanstad excl. Zaanse Schans | 440.000 | 415.000 | 465.000 | 446.000 | 520.000 | NBTC-NIPO research |
Winkelpassanten Zaandam centrum | 166.200 | 183.300 | 178.500 | 171.500 | 180.000 | Locatus |
Aantal overnachtingen | n.v.t. | n.v.t. | 240.000 | 239.652 | 292.000 | Hotelmonitor |
1.1 Vestigingsklimaat bedrijven
De Economische Structuurvisie geeft de economische ambities van Zaanstad weer. De groei van het aantal banen staat hierin centraal. Om werkgelegenheidsgroei te faciliteren, is een aantrekkelijk vestigingsklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Voor ondernemers zijn ruimte en bereikbaarheid de belangrijkste vestigingsvoorwaarden. Fysieke ruimte wordt onder meer geboden in het Noordzeekanaalgebied (zie programma 4/6.1 Gebiedsontwikkeling). Zowel voor bedrijventerreinen als de detailhandel zijn keuzes en een strategie nodig ter versterking van de ruimtelijke structuur en de kwaliteit. Hiertoe is onder meer het detailhandelbeleid geactualiseerd, met expliciete aandacht voor Zaanstad-Noord en internetwinkelen. Daarnaast is er de nota Grootschalige Detailhandel. Door middel van de gekozen strategie voor bedrijventerreinen en detailhandel, wordt in dit beleid een aanzet gegeven om de regelgeving eenvoudiger te maken om winkel- en kantoorpanden te transformeren.
Daarnaast stimuleren wij ondernemerschap door ruimte te geven en de regeldruk te verminderen. (Zie programma 8/1.2 Vermindering regeldruk).
Het vestigingsklimaat is een belangrijke troef om succesvol acquisitie te plegen. Dit doen wij via twee sporen. De ervaring leert dat een groot deel van bedrijfsverplaatsingen en -uitbreidingen plaatsvindt in de regio. Via spoor 1 willen we de rode loper uitrollen voor ondernemers in de regio door hen te begeleiden bij hun uitbreidings- of verplaatsingsvraag. Wij kijken daarbij vooral naar lokale ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (Ambitie 3 / Strategische Agenda Werkgelegenheid). Ook aandacht voor goed onderhoud op bedrijventerreinen, in samenwerking met bedrijfsleven, politie en brandweer, hoort daarbij. Als tweede spoor kiezen wij voor extra inzet op regionale acquisitie van nieuwe (inter)nationale ondernemingen, bijvoorbeeld via deelname aan handelsmissies die aansluiten bij de krachtige sectoren van de stad: food, toerisme en maakindustrie. Hierbij zoeken wij de kracht van samenwerking met partners in de Metropoolregio Amsterdam, zoals Amsterdam Economic Board.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Acquisitie nieuwe bedrijven | 6 | 12 | 10 | 6 | 10 per jaar | Gemeentelijke registratie |
Vestigingsbegeleiding | 30 | 60 | 70 | 55 | 70 per jaar | Gemeentelijke registratie |
Haalbaarheidsonderzoek herontwikkeling bestaande bedrijventerreinen | 0 | 3 | 4 | 3 | Gemeentelijke registratie | |
Verlengen bestaande Keurmerken veilig ondernemen | 4 | 4 | 6 | 4 | 6 | Gemeentelijke registratie |
- Uitvoeren van de Strategische Agenda Werkgelegenheid
- Ondersteunen en faciliteren van ondernemers in de regio die hun bedrijf willen verplaatsen of uitbreiden
- Uitvoeren van het acquisitieplan
- Uitvoeren van de transformatiestrategie bedrijventerreinen
- Implementeren van de nieuwe detailhandelsvisie
- Uitvoeren van het Actieplan Midden- en Kleinbedrijf
- Bedrijfscontacten over vestiging of uitbreiding benutten om mogelijkheden voor toeleiding van mensen naar werk aan te kaarten. Via bezoeken/presentaties op beurzen in contact komen met nieuwe bedrijven
Binnen de Strategische Agenda Werkgelegenheid worden verschillende activiteiten ontplooid.
De pilot Transformatie Bedrijventerreinen onderzocht, aan de aan de hand van een economische effectrapportage de her-ontwikkelingsmogelijkheden van 4 binnenstedelijke bedrijventerreinen. Deze terreinen zijn Breedweer, Aris van Broekweg, Houthavenkade en Krommenie-oost/ Nauernaschevaart. Op het terrein Breedweer is de transformatie al in uitvoering en op andere locaties, zoals het Krommenie-oost/Nauernaschervaart en op de Aris van Broekweg wordt de haalbaarheid van herontwikkeling of transformatie onderzocht. Met deze aanpak van de verouderde bedrijventerreinen wordt enerzijds de woningbouw ambitie van Zaanstad mogelijk gemaakt en anderzijds het overaanbod van bedrijventerreinen teruggedrongen. De Zaanbocht in Wormerveer en de Gedempte Gracht in Zaandam laten, met tal van nieuwe vestigingen, economisch herstel zien. De samenwerking met de Haven Amsterdam is een belangrijk speerpunt. Een gezamenlijk reserveringssysteem voor riviercruises is van de grond gekomen en is er eenheid gebracht in de regionale havengelden. Hierdoor is het voor schepen aantrekkelijk om in Zaanstad aan te meren.
Naast het verbeteren van het vestigingsklimaat heeft de gemeentelijke acquisitie ook een slag gemaakt met het vaststellen van het Acquisitieplan. In dit plan is gekozen voor meer samenwerking met de regio, wordt de capaciteit uitgebreid en zijn handelsmissies en beursbezoeken een vast onderdeel van het programma. Daarnaast is het MKB-Actieplan vastgesteld waarin Zaanstad zich verder versterkt als MKB-stad door meer in te zetten op communicatie en het openen van een Ondernemersloket.
Samen met het Ontwikkelingsbedrijf Haventerrein Westzaan ontwikkelt de gemeente Zaanstad het bedrijvenpark HoogTij, waarbij de samenwerking tussen de verschillende partners is geïntensiveerd. De economische groei is ook duidelijk zichtbaar bij de toename van interesse voor het bedrijventerrein aan het Noordzeekanaal.
Zaanstad heeft in 2016 deelgenomen aan een handelsmissie naar Istanbul. Daarnaast heeft Zaanstad zich gepresenteerd op verschillende beurzen op het gebied van vastgoed, offshore en energy. Deze activiteiten leveren betere en nieuwe relaties op met bedrijven. Tevens worden deze contacten benut om de mogelijkheden voor toeleiding naar werk te bespreken met bedrijven. Ook is er aandacht voor arbeidskansen voor jongeren. Op dit vlak is de aanpak voor uitstroom van kwetsbare jongeren doorontwikkeld in samenwerking met het Jongerenloket.
Deze inzet heeft er onder meer toe geleid dat er in 2016 circa 200 bedrijfsvestigingen zijn bijgekomen. Dit is een combinatie van zowel nieuwe bedrijven als uitbreidingen van bestaande ketens. Met de komst van het Justitiële Complex Zaanstad (JCZ) is er een grote werkgever bijgekomen. Het JCZ heeft met ongeveer 700 banen een grote bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van werkgelegenheid. Ook Yada Yada en de vestiging van Zara in het voormalige pand van V&D dragen hieraan bij. Daarnaast hebben SNS bank, Aldi, Lidl en BAM woningbouw nieuwe vestigingen in Zaanstad geopend en is het vernieuwde Zaans Medisch Centrum geopend.
In het afgelopen jaar zijn 55 bedrijven begeleid bij hun verplaatsingen en uitbreidingsvraagstukken. Dit waren vaak vestigingsvragen ten aanzien van het bedrijventerrein op HoogTij.
Een nieuwe positieve ontwikkeling is de succesvolle opening van Victory Office Center, waar vooral kleine startende ondernemers een plek hebben gevonden.
In november bleek dat voor het opzetten van een Ondernemersfonds onvoldoende politiek draagvlak aanwezig is. Wel is Zaanstad bezig met de ontwikkeling van een Ondernemersloket. Daarnaast hebben we ondernemers uit het Zaans Ondernemers Netwerk de mogelijkheid geboden om met nieuwe ideeën te komen voor de invulling van Social Return on Investment.
Toelichting effect indicatoren:
Het aantal bezoekers bleef achter bij de ambitie voor 2016, maar kende desondanks een sterke groei. Ten opzichte van 2015 is fors herstel opgetreden.
Toelichting prestatie indicatoren:
De acquisitie van nieuwe bedrijven valt dit jaar lager uit dan verwacht doordat de focus in 2016 sterk is komen te liggen op de uitbreiding en verplaatsingsvragen van complexere bedrijven. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over de ontwikkeling van het havengebonden terrein van HoogTij in combinatie met acquisitie van grote bedrijven. Ook vergt de transformatie van gebieden extra inzet bij het vestigen dan wel verplaatsen van bedrijven. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de intensieve begeleiding van Rutte voor een vestiging in de Achtersluispolder waarbij het bedrijf milieucontouren beperkt waardoor de transformatie van het gebied niet beïnvloed wordt.
Het aantal winkelpassanten in Zaandam-centrum kwam op een geschat aantal weekbezoekers van 171.500 uit. Dit is een lager aantal dan in de afgelopen jaren. Het verdwijnen van V&D speelt hier een belangrijke rol. Ten tijde van de meting vonden aan het pand werkzaamheden plaats en was de directe omgeving van het pand afgezet. Vooral in dit gedeelte van het centrum lag het aantal passanten een stuk lager ligt dan vorig jaar. Met de komst van de Zara in 2017 is de verwachting dat het bezoekersaantal weer zal stijgen.
1.2 Toerisme bevorderen
Amsterdam is een ‘booming’ bestemming op de (internationale) toeristische markt. De stad groeit uit haar jasje en is daarom actief op zoek naar mogelijkheden om toeristen beter te spreiden over de regio. Het is voor Zaanstad nú het moment om daarop aan te haken.
De keuze om een stad te bezoeken (of om je er te willen vestigen) wordt - naast praktische overwegingen - vaak gemaakt op basis van het beeld en het gevoel dat mensen erbij hebben. Toerisme, citymarketing en evenementen vormen daarvoor de wegbereiders. Wij moeten dus niet afwachten, maar nu het moment benutten om Zaanstad goed op de kaart te zetten en beter tussen de oren te brengen. Niet alleen bij toeristen, maar ook bij bewoners uit de regio. Zaanstad onderscheidt zich binnen de Metropoolregio door haar eigen unieke cultuurhistorische kenmerken (oudste industriegebied, houtbouw, veenweidegebieden), die samen met Waterland het toeristisch predicaat ‘Old Holland’ hebben meegekregen. Daar ligt onze kracht en die kracht wordt steeds beter (h)erkend. De Zaanse Schans is onze lokale toeristische magneet. Het is zaak om de steeds groeiende stroom bezoekers langer aan onze stad/streek te binden. Met het centrum van Zaanstad, het Hembrugterrein, de Zaan als historische verbinding en de Hotspot Wormerveer hebben wij belangrijke toeristische troeven in handen. Willen wij die ten volle benutten, dan vergt dat een inspirerend verhaal met daaraan gekoppeld een kwalitatief goed toeristisch product. In voorwaardenscheppende sfeer valt er nog veel te verbeteren, zoals op het gebied van verbindingen, verblijfsaccommodaties, kwalitatief goede horeca, arrangementen, musea en evenementen (zie programma 3/1.1 Cultuur). Daarmee stimuleren we niet alleen het toerisme, maar maken we onze stad ook aantrekkelijker voor onze eigen inwoners.
- Uitvoeren van de lokale Uitvoeringsagenda Toerisme Zaanstad (in ontwikkeling) en medewerking geven aan de uitvoering van de regionale Strategische Agenda Toerisme (MRA) tot 2020
- Acquisitie van hotels, verblijfsaccommodaties en arrangementen
- Implementeren van de nieuwe strategie/aanpak rond de marketing van de Zaanstreek (in ontwikkeling)
- Uitvoeren van het regionale programma "Amsterdam Bezoeken Holland Zien", waaronder stimuleren van hotelvestiging en extra promotieactiviteiten
- Uitbreiden bootverbinding tussen Zaandam, Zaanse Schans en Wormerveer (verdubbelen van de frequentie)
Het toerisme in de regio blijft nog steeds toenemen en in Zaanstad zijn de gevolgen hiervan merkbaar. Uit regionaal onderzoek blijkt dat er niet alleen meer bezoekers komen, maar ook dat de uitgaven per persoon toenemen. In het afgelopen jaar hebben zich twee nieuwe hotels gevestigd binnen Zaanstad en is er een groei te zien in het aantal rivier-cruise schepen dat de Zaanstreek aandoet.
In 2016 is gestart met het Europese aanbestedingstraject voor de marketing van de Zaanstreek. Tot de gunning wordt de marketing gedaan door Stichting Marketing Zaanstreek.
In het centrum van Zaandam is afgelopen jaar een VVV-informatiepunt geopend. Om de bereikbaarheid van de regio te verbeteren, vaart vanaf mei een extra boot van Amsterdam CS via het Hembrugterrein en het centrum van Zaandam naar de Zaanse Schans. Daarnaast is in oktober gestart met de aanbesteding van de bootverbinding.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantal uitkeringen december | 2.820 (2012) | 4.046 | 4.146 | 4.226 | 3.800 | Gemeentelijke registratie |
2.1 Intensiveren en versterken relatie werkgevers
Een goede relatie met werkgevers is van groot belang, omdat zij de banen hebben waarmee burgers zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Wij zoeken werkgevers actief op en vragen hen vacatures, ook voor leerwerkbanen en werkervaringsplaatsen, bij ons te melden. Daarnaast hebben wij het Regionaal Werkbedrijf Zaanstreek-Waterland opgericht in samenwerking met onder andere werkgevers. De gemeente neemt als werkgever ook zelf haar verantwoordelijkheid door 5% van haar personeelsbestand beschikbaar te stellen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Bij inkoop wordt een maatwerk Social Return On Investment (SROI)-eis toegepast variërend van 2 % tot 5% over de opdrachtwaarde of gerealiseerde omzet. Deze waarde dient de opdrachtnemer te besteden aan het plaatsen van werkzoekenden op arbeids-, uitzend- of detacheringscontract, leerwerkbanen, stages en werkervaringsplaatsen. Naast WWB’ers kunnen door de inzet van het instrument social return ook werkzoekenden uit andere categorieën (WW, Wajong, SW) worden geplaatst bij opdrachtnemers. Lukt dat niet, dan kijken wij naar andere vormen om social return invulling te geven.
Wij leveren de best passende kandidaat uit onze regio aan de werkgever. Wij nemen de werkgever werk uit handen, denken mee en adviseren hem, nemen risico’s en andere belemmeringen weg en bieden waar nodig financiële ondersteuning op maat. Wanneer vraag en aanbod niet met elkaar in lijn zijn, onderzoeken wij hoe dit beter kan.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantal uitkeringen met parttime inkomsten | n.v.t. | n.v.t. | 500 | 413 | 500 | Gemeentelijke registratie |
Aantal beëindigde uitkeringen wegens werkaanvaarding | 337 (2012) | 357 | 650 | 416 | 650 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal bezochte werkgevers | n.v.t. | 320 | 250 | 273 | 250 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal gerealiseerde garantiebanen | n.v.t. | Dit cijfer ligt bij UWV | 75 | Regionaal 300 | 105 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal beëindigde uitkeringen door SROI-uitstroom, van ten minste 6 maanden | n.v.t. | n.v.t. | 40 | 38 | 40 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal plaatsingen op leerwerkbanen, stages en werkervaringsplaatsen bij opdrachtnemers van SROI. | n.v.t. | n.v.t. | 80 | 54 | 50 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Aantal gerealiseerde banen bij de Zaanstad voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt | n.v.t. | n.v.t. | 20 | 21 | 50 | Gemeentelijke registratie |
- Verder ontwikkelen van het WerkgeversServicePunt Zaanstreek-Waterland: het regionale loket voor werkgevers.
- Investeren in ontwikkeling en zelfsturing van werkzoekenden
- Toewerken naar integrale diagnosestelling samen met de Sociale Wijkteams
- Bevorderen van de flexibele inzet naar werk
- Activeren van werkzoekenden aan de voorkant én vóór instroom in de uitkering
- Werkgevers actief benaderen, relaties onderhouden en dienstverlening verbeteren, waarbij werkgevers worden ontzorgd door werving, selectie en matching uit handen te nemen
- Uitbouwen van de afspraken rondom de regionale werkgeversdienstverlening.
- Het verder ontwikkelen van het Regionaal Werkbedrijf, zoals het opstellen van een marktbewerkingsplan
- Inzetten van plaatsingsbevorderende instrumenten, zoals de proefplaatsing, stimulering subsidies, scholings-begeleidingsvouchers en omscholing
- Uitvoeren van contractuele afspraken met opdrachtnemers van de gemeente in het kader van SROI
Het verdeelmodel BUIG, waarmee de middelen om uitkeringen te betalen over de gemeenten te verdelen is in 2016 aangepast. De gevolgen van die aanpassing zijn voor Zaanstad aanzienlijk. Daar waar Zaanstad eerst nog voordeelgemeente was, moet Zaanstad de komende jaren rekening houden met een tekort op het BUIG-budget. Dat maakt het des te belangrijker dat het college alle zeilen bij blijft zetten om de noodzaak om een beroep op bijstand te doen zo klein mogelijk te maken. De aanpak hiervoor werd in 2016 vastgelegd in het koersbesluit Participatie. Hiermee is de focus van de ondersteuning bij participatie verschoven naar de groep mensen met een langere, maar overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt . Met deze groep zetten we meer in op het weer leren werken, in stapje voor stapje, de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Met deze aanpak bereiken we meer mensen, maar kiezen we wel voor een arbeidsintensievere aanpak. Dat zien we terug in de resultaten van 2016. We hebben de doelgroep steeds beter in beeld en er worden steeds meer mensen geplaatst op plekken waarin leren werken een grote rol inneemt, zoals stages en al dan niet betaalde werkervaringsplekken. De eerste signalen van het effect van die aanpak zijn positief. Het aantal mensen dat duurzaam naar betaald werk is uitgestroomd is nog steeds minder dan begroot, maar laat een stijging zien ten opzichte van het jaar ervoor. Ten slotte zien we dat het gemiddelde bedrag per uitkering aan het dalen is. Dat heeft voor een groot deel te maken met de invoering van de kostendelersnorm.
Lokaal blijft Zaanstad werkgevers actief benaderen en zetten we in op het zo goed mogelijk matchen van de vraag en het beschikbare aanbod. Hierbij richten we ons op het doorontwikkelen van de samenwerking met het UWV en de gemeenten op de schaal van de regio. Daarmee verwachten we de vraag naar arbeid beter te kunnen invullen. Een belangrijke mijlpaal hiervoor is de oprichting van het Participatiebedrijf.
In 2016 hebben we het aanbod doorontwikkeld voor een bredere doelgroep. Verschillende projecten en activeringstrajecten zorgden er in 2016 voor dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring konden opdoen. Dit gebeurt in projecten zoals Werken in de wijk, het Service Plus Team en het Alleenstaande Ouder Project. Een deel van deze mensen is doorbemiddeld naar een reguliere werkgever.
Ook is een trainingsaanbod ontwikkeld voor zowel mensen met een korte als een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Door middel van onder meer empowerment- en oriëntatietrainingen is ingezet op het versterken van de mogelijkheden van werkzoekenden om zelf te slagen in het vinden van werk. Ook zijn trainingen gegeven op het gebied van ondernemen.
Daarnaast is in september 2016 gestart met de bijzondere doelgroep 27+ met een arbeidsbeperking en zijn we zeer actief met de doelgroep vergunninghouders. Zo is er het traject Van Taal naar Werk, waarin anderstaligen de Nederlandse taal leren en worden ondersteund in hun zoektocht naar een betaalde baan.
Vanaf 2016 is de toegang voor participatie belegd in de SWT’s. Dit betekent dat iedereen naar de SWT’s toe kan om een integraal diagnosegesprek te voeren. In dit gesprek komt de persoonlijke situatie rondom participatie aan bod en wordt gezamenlijk een plan gemaakt om naar passend werk te gaan.
Toelichting op prestatie indicatoren:
Het Koersbesluit participatie is vastgesteld, waarin iedereen meedoet naar vermogen. We zetten onze focus meer op die mensen met een langere, maar overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. Hierin is betaald werk een belangrijk onderdeel, maar dit zijn ook parttime werk,en andere vormen, zoals flextensie. Deze extra inzet leidt niet direct tot een hogere uitstroom, maar zorgt wel voor een hogere activatie van mensen met een uitkering. Die activatie zal naar verwachting leiden tot uitstroom naar werk. Dit jaar blijft de realisatie in uitstroom naar werk achter bij de begroting, maar laat een stijging zien ten opzichte van het jaar ervoor.
Het cijfer op de bezochte werkgevers indiceert nieuwe werkgevers. Daarnaast bezoeken we ook de bekende werkgevers. In het toezicht op het nakomen van afspraken met opdrachtnemers over SROI is verbetering mogelijk. Het naleven van de afspraken lag in 2016 voor het grootste deel bij de bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan de afspraken. Hierdoor blijft het aantal plaatsingen achter bij de begroting.
De banenafspraak is een landelijke afspraak, er zijn geen afspraken gemaakt over te behalen aantallen per arbeidsmarktregio. Wel is er per arbeidsmarktregio een indicatieve verdeling.
De uitkomsten in de regionale trendrapportage kunnen vergeleken worden met de indicatieve verdeling die de Werkkamer heeft gemaakt van de t/m 2016 te realiseren aantallen. De monitor van het UWV (tot het 3e kwart 2016) laat zien dat die indicatieve verdeling ruimschoots gehaald wordt, maar wel voornamelijk door plaatsing van mensen met een WSW-indicatie en Wajongeren – conform de afspraak dat Wajongeren en WSW-ers tot en met 2016 voorrang krijgen . Door de gemeente Zaanstad zijn 17 jongeren uit de Participatiewet geplaatst bij een regulieren werkgever .
Daarnaast zijn binnen Zaanstad 14 banen gerealiseerd bij de afdeling Wijkbeheer en Onderhoud van de sector Openbare Ruimte, die zijn ingevuld door mensen met een SW-indicatie. Hiermee geven we als werkgevers vorm aan onze verantwoordelijkheid om garantiebanen te realiseren.
2.2 Organiseren van beschut werk
Met de komst van de Participatiewet als onderdeel van de drie decentralisaties zijn de zorgtaken van de gemeente uitgebreid. Ook in het kader van arbeidsparticipatie krijgen wij extra taken, omdat de gemeente verantwoordelijk is geworden voor de arbeidsmarkt toeleiding van mensen met een arbeidshandicap. Tot nu toe was de gemeente verantwoordelijk voor de arbeidsvoorziening van arbeidsgehandicapten in het kader van de Wet Sociale Werkvoorzieningen (WSW). Uit de ervaring van ons SW-bedrijf BaanStede weten we inmiddels dat arbeidsgehandicapten niet zomaar op een vacature te plaatsen zijn. Voor die doelgroep is veel meer nodig. Tegelijkertijd beseffen we ook dat de expertise van BaanStede bij kan dragen aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van Zaankanters met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Dat inzicht maakt dat we de transitie van BaanStede in een ander licht bezien. Met de gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland zijn we aan het nadenken wat daarvan de consequenties kunnen zijn voor BaanStede. De Zaanse inzet is het realiseren van een voorziening die één aanpak biedt voor het verbeteren van de arbeidsparticipatie van die mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze voorziening moet enerzijds een beschutte werkplek bieden voor die mensen die dat nodig hebben. Anderzijds moet het een leerwerkomgeving bieden voor die mensen die door omstandigheden lange tijd niet in staat zijn geweest om te werken en weer arbeidsritme op willen doen. Ten slotte streven we ernaar dat deze voorziening ook in staat is om de match van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verzorgen. Zo kunnen we blijven inzetten op een inclusieve arbeidsmarkt waarbij zo veel mogelijk Zaankanters op reguliere banen kunnen participeren.
Wij gebruiken de ervaring van BaanStede met beschut werk om, in samenwerking met de Sociale Wijkteams, te komen tot één voorziening voor beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding. Samen met de arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland werkt Zaanstad aan de realisatie van participatieplekken voor mensen die zijn aangewezen op een beschutte werkomgeving. Dit doen wij vanuit de visie dat de nieuwe plek voor beschut werken een plek in de maatschappij biedt waar mensen een betekenisvolle dagbesteding hebben of waar mogelijk werken onder specifieke omstandigheden. Bij de uitvoering leggen wij prioriteit bij (de route naar) loonvormende arbeid.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Realiseren van participatieplekken voor mensen die zijn aangewezen op een beschutte omgeving | n.v.t. | n.v.t. | 24 | 0 | 15 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Transitie van WSW-organisatie BaanStede heeft een integrale voorziening voor de onderkant van de arbeidsmarkt als resultaat | n.v.t. | n.v.t. | Transitie loopt volgens planning | Transitie verloopt volgens planning | Transitie loopt volgens planning | Rapportage BaanStede |
- Werkgeversbenadering Werkgeverservicepunt verbinden met wijkgerichte benadering Sociale Wijkteams.
- Voorbereiden integrale voorziening onderkant arbeidsmarkt.
- Kennis en ervaring BaanStede integreren in eigen dienstverlening.
- Incorporeren medewerkers groenbedrijf BaanStede in eigen Sector Realisatie en Beheer.
- Ontwikkelen nieuwe vormen van ondersteuning op het snijvlak van dagbesteding en beschut werk. Bij de uitvoering ligt de prioriteit bij (de route naar) loonvormende arbeid.
Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van de samenwerking van de acht gemeenten in Zaanstreek-Waterland om de transitie van BaanStede vorm te geven. Dat heeft geleid tot een principeakkoord waarin afspraken zijn vastgelegd voor het opheffen van de gemeenschappelijke regeling. Hierdoor ontstaat voor de gemeenten nieuwe ruimte om vorm te geven aan de organisatie van de uitvoering van de taken die de Participatiewet aan gemeenten geeft. Voor de gemeente Zaanstad betekent dat het oprichten van een Participatiebedrijf samen met de gemeente Purmerend. Hiermee hebben de gemeenten vorm gegeven aan de transitie van BaanStede.
Het verkennen van nieuwe vormen van ondersteuning bij dagbesteding is gebeurd in samenwerking met zorgpartijen en BaanStede. De transitie van het Participatiebedrijf heeft ertoe geleid dat de ontwikkeling minder voorspoedig ging dan gewenst.
In 2016 is de wijkgerichte benadering van de SWT’s uitgebreid met de toegang naar participatie, maar ook aan de werkgeverskant is voortgang geboekt. Er is in samenwerking met uitzendbureaus meer aandacht gekomen voor de werkgeversbenadering.
In 2016 zijn 14 medewerkers uit BaanStede in de Sector Realisatie en Beheer ingestroomd. Ook zijn mensen uit het gemeentelijke bestand van werkzoekenden binnen BaanStede aan plaatsen geholpen waarin zij werkervaring kunnen opdoen.
Toelichting prestatie-indicator:
In 2016 is de belangrijkste prioriteit geweest om de transitie van Baanstede te realiseren. Daar zijn grote stappen gezet, liggen we goed op koers en dat leidt tot het oprichten van een Participatiebedrijf dat vanaf 1 januari 2018 operationeel moet zijn. Het voornemen om met zorgpartijen te werken aan alternatieven voor beschut werk in de wijk heeft niet tot resultaten geleid. Het kost meer zorg en aandacht om betaald werk in een beschutte omgeving mogelijk te maken. Wetgeving heeft ertoe geleid dat gemeenten de verplichting krijgen om nieuw beschut werk te organiseren. De gemeente Zaanstad zal het Participatiebedrijf gebruiken om die taakstelling alsnog te realiseren. Daarnaast blijven we zoeken naar kleinschalige experimenten om beschut werk in de wijk mogelijk te maken. Bijsturen op deze doelstelling is wel nodig.
2.3 Iets terug doen voor een uitkering
Zaanstad vraagt iedereen met een uitkering daar naar vermogen iets voor terug te doen. Voor mensen met arbeidsvermogen betekent dit, dat zij zich inzetten voor de terugkeer naar de reguliere arbeidsmarkt of dat zij de loonwaarde inzetten die ze wél hebben.
Ook mensen die (nog) niet op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag kunnen, doen iets terug voor hun uitkering. Zij kunnen op diverse manieren maatschappelijk participeren, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk, een participatieplaats, mantelzorg, dagbesteding of op de nieuwe beschutte participatieplekken.
Omdat wij de prioriteit leggen bij re-integratie naar de reguliere arbeidsmarkt én omdat we uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van iedereen, zetten we het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ in Zaanstad alleen in als een sluitstuk. Wij beginnen met afspraken over re-integratie met de mensen die naar de arbeidsmarkt kunnen terugkeren. Of met afspraken over maatschappelijke participatie met mensen voor wie dat (nog) niet aan de orde is. De nadruk ligt op het vrijwillig leveren van een bijdrage aan de samenleving. Wij zetten het wettelijke instrument ‘tegenprestatie’ pas in als mensen niet uit zichzelf, naar vermogen, op een of andere wijze participeren en daarmee iets terugdoen voor hun uitkering.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantal personen met een bijstandsuitkering en een afstand tot de arbeidsmarkt dat een zinvolle maatschappelijke participatieplaats heeft | n.v.t. | n.v.t. | 300 | 405 | 750 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
Het percentage mensen waarmee afspraken zijn gemaakt over wat zij aan maatschappelijke participatie doen voor hun uitkering | n.v.t. | 72% | 90% | 79% | 90% | Gemeentelijke registratie |
- De wettelijke tegenprestatie opleggen als sluitstuk van participatie- en re-integratie-uitvoering
- Starten van een pilot in de Sociale Wijkteams rondom de inzet van ondersteuning bij maatschappelijke participatie voor uitkeringsgerechtigden
- Inzetten van ondersteuning, activering en begeleiding bij het plaatsen (vinden en behouden) van uitkeringsgerechtigden op onder andere vrijwilligerswerk, participatieplaatsen en dagbesteding
In 2016 zijn in vijf SWT’s pilots gedraaid waarin ondersteund werd bij het maatschappelijk participeren van uitkeringsgerechtigden. De resultaten uit deze pilots zijn meegenomen bij de implementatie van de toegang tot participatie in de SWT’s.
Het afgelopen jaar hebben we uitkeringsgerechtigden ondersteund in de plaatsing op dagbesteding, werk of participatieplaatsen. Hierbij heeft de nadruk gelegen op het in staat stellen van mensen om zelf activiteiten te ontplooien om te kunnen participeren. Door in te zetten op trainingen, leerwerk trajecten en stages stellen we mensen in staat zelf richting (betaald) werk te bewegen.
Bij het maken van afspraken met uitkeringsgerechtigden is het opleggen van een tegenprestatie in 2016 wederom niet nodig gebleken.
Toelichting prestatie-indicatoren:
Het percentage mensen met wie we afspraken maken is weliswaar gestegen, maar bevindt zich nog niet op het gewenste niveau. De doelgroep groeit en dat maakt het een uitdaging om de doelstelling te realiseren met de beschikbare personele capaciteit. De gerealiseerde groei van het aantal mensen met wie we afspraken mee maken, stemt daarom tot tevredenheid. Het aantal personen met een bijstandsuitkering en afstand tot de arbeidsmarkt dat een zinvolle participatieplaats heeft, ligt ver boven de streefwaarde. Dit komt doordat de mensen die nu stages, leerwerk-trajecten en flexibel werk met behoud van uitkering doen, hierin worden meegenomen.
2.4 Aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs
De jeugdwerkloosheid is hoog. Jongeren die voortijdig zonder diploma van school gaan, komen vaak niet of heel moeilijk aan het werk. Zaanstad vindt het belangrijk om starters op de arbeidsmarkt een goede start te bieden (Ambitie 5 van de Strategische agenda werkgelegenheid). Om die reden hebben wij ons op 30 maart 2015 verbonden aan ‘Samen naar een werkende toekomst’, de aanpak Jeugdwerkloosheid van Ministers Asscher en Bussemaker. Zaanstad werkt als ambassadeur van deze aanpak in 2015 een aanpak uit om samen met onderwijsinstellingen en werkgevers maatregelen te treffen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. In 2016 geven we uitvoering aan die aanpak. Tevens zoeken wij naar alternatieve voorzieningen voor jongeren wanneer de weg terug naar school is afgesloten en de stap naar regulier werk nog te groot is. Daarnaast kijken wij samen met scholen en werkgevers naar de arbeidsmarktrelevantie van het huidige onderwijsaanbod.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantal geplaatste jongeren op werk, leerwerkbanen (BBL), overige scholing en werkervaringsplaats | n.v.t. | n.v.t. | 120 | 175 | 120 jaarlijks | Gemeentelijke registratie |
- Onderhouden van het netwerk Arbeidsintegratie (Pro/VSO scholen, gemeente, UWV) om aansluiting school en arbeidsmarkt te versterken
- Monitoren van de aanvragen van scholingsbelemmeringen en aanmeldingen voor doelgroep-register, om gebruik te kunnen maken van de No-risk polis UWV en garantiebanen
- Onderzoeken leerwerkvoorziening Zaanstad
- Inzetten van de Leerwerkstraat op maat
- Uitvoering geven aan actieplan ‘Samen naar een werkende toekomst’
- Plannen maken en uitvoeren met het mbo en primair en voorgezet speciaal onderwijs (Pro VSO) om de vroegtijdige uitval door de entreeopleiding te beperken
- Opzetten en onderhouden van een netwerk om scholen en bedrijven bij elkaar te brengen; zowel aan de onderkant van het onderwijs als op hbo-niveau en hoger
Samen met onze partners hebben we in 2016 uitvoering gegeven aan het actieplan ‘Samen naar een werkende toekomst’. Hierbij zijn jongeren begeleidt naar werkervaringsplekken, betaalde arbeidsplaatsen en opleidingen. Ook zijn zorgtrajecten opgestart voor jongeren die eerst andere aandacht nodig hebben voordat zij naar werk kunnen worden begeleid.
Het Jongerenloket werkt samen met leerplicht, Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) en scholen. Er wordt extra aandacht geschonken aan de praktijkscholen en het voortgezet speciaal onderwijs (Pro-VSO). In het Netwerkoverleg worden uitstromende leerlingen besproken met alle partners. Hierbij streven we zo veel mogelijk leerlingen te plaatsen op arbeidsplekken die aansluiten op hun opleiding. We zetten daar, waar nodig, ook onze jobhunters in. Hiermee houden we de instroom in de uitkering zo laag mogelijk.
In 2016 zijn verschillende evenementen georganiseerd om scholen en bedrijven dichter bij elkaar te brengen. Zo is op basisscholen een traject ‘Ontluikend Ondernemen’ geweest en is voor oudere scholieren een Industry-day georganiseerd.
Daarnaast is in samenwerking met het onderwijs en het bedrijfsleven onderzoek gedaan naar banen van de toekomst en wat hiervoor in de curricula van scholen benodigd is.
Het monitoren van de aanvragen van scholingsbelemmeringen en aanmeldingen voor doelgroep-register is door het ministerie opgelegd en maakt sinds 2016 deel uit van de standaard aanpak in Zaanstad.
Vanaf juni 2016 is het instrument ‘De Herstelling’ ingezet voor jongeren. Eerder werd ‘De Herstelling’ ingezet voor mensen met een Participatiewet-uitkering ouder dan 27 jaar. We gebruiken de herstelling als instrument om een kleine groep jongeren tot 27 jaar te helpen bij het creëren van een stabiele leef- en werksituatie in de vorm van het ontwikkelen van een dag- en werkritme.
Daarnaast heeft een aantal jongeren in 2016 in het kader van een leerwerktraject bij het Klantcontactcentrum (KCC) en als ondersteuner bij Facilitaire Zaken van de gemeente Zaanstad werkervaring opgedaan.
Effectindicator | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Aantal uitkeringen december | 2.820 (eind 2012) | 4.146 | 4.146 | 4.226 | 3.800 | Gemeentelijke registratie |
3.1 Rechtmatige inkomensverstrekking
We verstrekken een uitkering aan wie dat nodig heeft. Dat doen wij tijdig en efficiënt en met een dienstverlening die gericht is op maatwerk. Een rechtmatige inkomensverstrekking stoelen wij daarom op drie pijlers: een duidelijke vraagverheldering, het bevorderen van naleving bij de inwoner die een uitkering nodig heeft en een snelle signalering van onrechtmatige uitkeringssituaties. Wij investeren in het kennen van onze klanten en in informatieoverdracht. Dat doen we mede vanuit de gedachte dat iemand die zich gekend weet eerder geneigd is de regels na te leven. Daarvoor is het ook van belang dat die regels vooraf helder en duidelijk zijn voor de persoon voor wie die regels gelden. Ten slotte is een snelle signalering van onrechtmatige uitkeringssituaties de sluitpost van ons handhavingsbeleid. Ons streven is om onrechtmatige situaties binnen zes maanden nadat ze ontstaan zijn in beeld te hebben. Hierdoor blijven de gevolgen van de onrechtmatige situatie voor alle betrokkenen zo klein mogelijk.
Prestatie indicatoren | Nulmeting | Realisatie | Begroting | Realisatie 2016 | Streef- | Bron |
Fraude wordt binnen zes maanden gesignaleerd | nvt | n.v.t. | 100% | 95% | 100% | Eigen registratie |
Preventiequotum (verschil tussen aanvragen en toekenningen) | 8,1% (2012) | 6% | 8% | 10% | 8% jaarlijks | Eigen registratie |
Percentage van de uitkeringsaanvragen dat wordt afgehandeld binnen de wettelijke termijn | 99% (2013) | 81% | 99% | 92% | 99% jaarlijks | Eigen registratie |
- Inzetten op preventieve handhaving door informeren en communicatie
- Verbeteren lik-op-stukbeleid door afhandeling van signalen te versnellen
- Verstrekken uitkeringen
- Vergroten nalevingsbereidheid door gericht te handhaven
Bij het verlenen van uitkeringen is in 2016 scherper gelet op rechtmatigheid van aanvragen. Dit heeft geleid tot een groter verschil in het aantal toekenningen vergeleken met het aantal aanvragen. De aanpak op uitstroom van uitkeringsgerechtigden is gericht op het in staat stellen zelf op zoek te gaan naar werk, stage, opleiding of andere participatieplaats. Daarnaast zijn we ook preventief aan het werk om de verplichtingen die aan een uitkering verbonden zijn beter ter verduidelijken. Als het door enige reden dan ook lijkt dat er onrechtmatig een uitkering wordt verstrekt, willen we dat zo snel mogelijk in beeld hebben en daar op handelen. Van de fraudevorderingen die in 2016 zijn ontstaan, is 95% binnen 6 maanden gesignaleerd.
Toelichting effect indicator:
De groei van het aantal verleende uitkeringen is ook dit jaar doorgezet en past binnen de landelijke trend. Dat het aantal verstrekte uitkeringen in Zaanstad toeneemt ondanks de economische groei laat zien dat niet alle groepen mensen profiteren van deze groei.
Totaal programma | Begroting | Realisatie | Verschil |
Lasten | 83.117 | 81.640 | -1.477 |
Baten | -56.824 | -57.044 | -220 |
Toevoegingen | 240 | 240 | |
Onttrekkingen | -2.908 | -1.597 | 1.311 |
Saldo | 23.625 | 23.239 | -386 |
Toelichting op afwijkingen per programma
Door een lagere gemiddelde uitkering en een minder harde stijging van het bijstandsbestand zijn inkomensverstrekkingen, uitgaven aan uitkeringen Participatiewet lager uitgevallen (-1.300).
Bij het raadsbesluit “instellen algemene reserve sociaal (ARS)” is besloten dat alle voor- en nadelen van het deel participatie van programma 2 (deel participatie) worden verevend met de ARS. Per saldo leidt dit tot een lagere onttrekking dan begroot. (1.300)
In het jaar 2016 is het participatiebeleid verder in ontwikkeling, onder meer resulterend in het koersbesluit participatie organisatie. In 2016 is er een onderschrijding op de participatiemiddelen (-300). Dit heeft te maken met de beweging die we aan het maken zijn. Enerzijds ontwikkelen we een nieuwe koers, anderzijds voeren we de taken uit zoals we deden. We zetten veel personeel in om meer mensen te zien en spreken, maar dat leidt niet meteen tot een grotere uitgave van re-integratiemiddelen. Verder blijven we kritisch over de inzet van het beschikbare instrumentarium.