Aandeel in het totaal

Portefeuillehouder:      J. Olthof
Verantwoordelijk directeur:   S. Tax

Programmadoelstelling en de rol van de gemeente

Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor bewoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s) en Jeugdteams (JT’s) en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen.

Sinds 1 januari 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de zogenoemde decentralisaties op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Zaanstad vult deze nieuwe taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De bewoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken van een evenwicht tussen optimale kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing samen met hun netwerk en/of vrijwilligers. Soms hebben zij ondersteuning, hulp of behandeling door professionals nodig. Deze nieuwe manier van werken betekent dat we hulpvragen minder vaak overnemen. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven terug krijgen of houden. We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal:
•	Preventie: wij zijn alert op signalen van ongewenste en problematische ontwikkelingen en voorkomen problemen of hulpvragen zo veel mogelijk
•	Zelfstandigheid: wij stimuleren dat mensen binnen hun eigen netwerk oplossingen zoeken voor hun problemen of hulpvragen. Ook stimuleren we dat mensen anderen in hun omgeving helpen
•	Ondersteuning op maat: mensen voor wie het informele netwerk geen of onvoldoende hulp biedt kunnen een beroep doen op ondersteuning. Dat kan laagdrempelig en dichtbij. De Sociale Wijkteams en Jeugdteams bekijken samen met de bewoner/het gezin welke hulp nodig is
•	Vangnet: voor de kwetsbaarste groepen is er een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig vangnet. 
In de Zaanse aanpak en strategie voor de transformatie ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren, ontwikkelen en verder transformeren. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom moeten we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit kan innovatie remmen en leiden tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen. Het is van belang dat we de risico-regelreflex tijdig in ons eigen gedrag herkennen en leren hoe we hiermee moeten omgaan.

Terugblik

Afgelopen jaar was het tweede jaar waarin we sinds de decentralisaties hebben gewerkt volgens de nieuwe werkwijze. In 2016 zijn weer veel mensen geholpen door de Sociale Wijkteams (SWT’s) en de Jeugdteams (JT’s). Ook de samenwerking tussen de teams en partners in de wijk groeit, zoals met huisartsen.

Vanuit de bewoners horen we positieve geluiden over de ervaring met de SWT’s. Dit bleek uit zowel het Festival der Verantwoording als het Wmo cliëntervaringsonderzoek. Over de JT’s ontvangen we positieve feedback van cliënten, al zien we dat er in de bekendheid van de JT’s en de Centra Jong nog verbetering mogelijk is. Hierin verwachten we een verbetering door onder meer een betere samenwerking met het onderwijs.

In 2016 waren de gemeentelijke uitgaven voor zorg en ondersteuning hoger dan in 2015. Het is niet met zekerheid te zeggen wat daarvan de oorzaak is en of dit een trend is die zich de komende jaren doorzet. Een mogelijke verklaring is dat door het wijkgericht en laagdrempelig werken van de teams meer mensen in de stad bereikt worden die ondersteuning nodig hebben. Wat ook een rol kan spelen is dat de teams te maken hebben met een zwaardere zorgvraag door de extramuralisering, waarbij mensen langer thuis blijven wonen en bij de gemeente een beroep op zwaardere zorg doen. Mogelijk lukt het ook nog onvoldoende om de verschuiving van specialistische zorg naar lichtere vormen van ondersteuning te realiseren. In 2017 kijken we hoe de uitgaven zich verder ontwikkelen, of we de onderliggende oorzaken kunnen duiden en of dit consequenties moet hebben voor de begroting in de komende jaren.

In 2016 is de beweging van systeemwereld naar leefwereld van inwoners verder doorgezet. Een voorbeeld hiervan is het maatwerkbudget vanuit de armoedeopgave en het feit dat de toegang tot participatie in 2016 bij de SWT’s is belegd waarbij het wijkteam voortaan een gesprek voert met iedereen die een bijstandsuitkering aanvraagt. Ook het aanbod van specialistische ondersteuning is in ontwikkeling en sluit steeds beter aan bij de behoefte van degenen die zorg nodig hebben.